De chronische zorg is in beweging. Nieuwe visies en begrippen tuimelen over elkaar heen: ondersteunde zelfzorg, positieve gezondheid, persoonsgerichte zorg, van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag en patiëntenparticipatie. Moeten we daar allemaal mee aan de slag? Ja! Maar omdat deze begrippen samenhangen, zijn dat geen losstaande beleidsthema’s voor zorgbestuurders of zorgprofessionals. Het vormt één beweging.
De nieuwe beleidsthema’s in de chronische zorg verwijzen soms naar de praktijk, soms naar uitgangspunten, de concepten en basisovertuigingen.
Dokters moeten zo druk zijn met leefstijlgeneeskunde dat je je afvraagt of er tijd overblijft voor de 'normale' chronische zorg. Uitwerken van preventieve, buurtgerichte initiatieven vraagt om kennismaken met nieuwe partners in het sociaal domein. De onderlinge relaties in het multidisciplinaire eerstelijnsteam kunnen daardoor verpieteren. Hoe houdt u koers in een omgeving met zoveel veranderingen?
Samenhang ontstaat als u op een rij zet waar het om gaat, voor wie het bedoeld is, wie er mee aan de slag moet en welk effect er (uiteindelijk) mee beoogd wordt. Soms zijn er wat ideologische verschillen tussen de begrippen. Die verschillen gaan bijvoorbeeld over de visie op de invloedsverdeling tussen zorgverlener en zorgvrager. In hoeverre is eigen regie verankerd in deze begrippen?
John Hoenen, strategisch adviseur Reos liep de begrippen langs die op dit moment in relatie tot chronische zorg veel in de belangstelling staan. Hij deed dat aan de hand van de volgende vragen:
- Wat wordt er mee bedoeld? (Online zijn vaak uitgebreide definities en omschrijvingen te vinden, we beperken ons hier tot een grove beschrijving).
- Voor welke context en doelgroep is het bedoeld? Wie wordt als profijtgroep centraal gezet? Patiënten met een chronische aandoening? Zorggebruikers? Burgers in een wijk?
- Wie gaat er praktisch mee aan de slag? Soms zijn dat patiënten, zorgvragers of wijkbewoners zelf met meer of minder hulp van zorgprofessionals. Soms ligt de nadruk op wat de zorgprofessionals en werkers in het sociaal domein moeten gaan doen en wordt van zorgvragers etc. wel een actieve opstelling of medewerking verwacht.
- Het beoogde effect, het doel of de intentie? Op korte of langere termijn.
- Wat is de expliciete of impliciete visie op de regie en invloedsverdeling in de relatie zorgvrager zorgverlener?
- Wat betekent het praktisch? Wat is de uitwerking in concrete acties? (Ook hier blijven we beperkt omdat er vaak veel meer over te zeggen valt).
- Kritiekpunten: welke tegenwerpingen worden door professionals regelmatig gemaakt? Meestal kan die kritiek overigens goed weersproken worden.
Elk begrip wordt getypeerd in een kort overzicht. In apart document vindt u de uitwerking van de volgende begrippen:
- Ziekteonafhankelijke chronische zorg
- Leefstijladvisering
- Zelfzorg
- Ondersteunde zelfzorg
- Zelfmanagement
- Positieve Gezondheid
- Van ZZ naar GG en MM
- Persoonsgerichte zorg
- Beperkte gezondheidsvaardigheden
- Multidisciplinair wijksamenwerkingsverband
- Patiëntenparticipatie
We geven hier twee voorbeelden:
Ondersteunde zelfzorg (verzamelbegrip voor een visie en praktische aanpak). |
|
Omschrijving |
Wat gedaan wordt om zelfzorg mogelijk te maken (ICT, hulpmiddelen, mantelzorg, lotgenoten, etc.). |
Context/doelgroep |
Gezondheidszorg; breed palet patiënten met (kans op) chronische aandoening. |
Uitvoerders |
Zorgverleners instrueren en ondersteunen. Van de patiënt wordt een actieve opstelling verwacht. |
Doel/beoogd effect |
Bevorderen eigen regie; cliënt aan het stuur. |
Visie op regie |
Zorgvrager wordt gecoacht door zorgprofessionals. |
Praktische uitwerking |
Uitleg, Voorlichting met hulpmiddelen, Tijd, Gespreksmodel, E-health, aanpassen organisatie. |
Veelgehoorde kritiek |
Bewijs ontbreekt; veel werk voor weinig opbrengst. |
Persoonsgerichte zorg (visie op manier van zorg verlenen). |
|
Omschrijving |
Zorg op maat aanbieden, passend bij de wensen, behoeften en sociale situatie van de persoon (niet de klacht centraal zetten). |
Context/doelgroep |
Mensen die zorg krijgen; Alle patiënten. |
Uitvoerders |
Zorgverleners; rol patiënten niet erg gespecificeerd. |
Doel/beoogd effect |
Betere ervaring van de zorg door patiënten. |
Visie op regie |
Respect voor individuele wensen en behoeften; Meer acceptatie en uitvoering van gezondheidsadviezen; Gelijkwaardig en respectvol omgaan met zorgvrager is morele plicht van zorgverlener. |
Praktische uitwerking |
Niet primair/alleen protocollair handelen; Doelen patiënt achterhalen; Vaardigheden patiënt versterken; Kwaliteit van leven van de patiënt centraal zetten. |
Veelgehoorde kritiek |
Te breed en te ongedifferentieerd begrip; Gaat te weinig appél tot actie van uit; Want: ‘Dat doen we al lang!’ |