Welzijnswerkers zien de kloof tussen arm en rijk elke dag tijdens hun werk in de wijk. De serie 100 dagen in de vergeten wijk maakte dit zichtbaar voor heel Nederland. Welzijnswerkers Agnes Barendrecht en Sylvia Tijssen van Wijkz hopen op effect bij politiek en beleid: “Wij nodigen iedereen uit om met ons mee te lopen.”
Met haar karakteristieke korte haar én indrukwekkende optreden in de serie 100 dagen in de vergeten wijk is het niet gek dat Agnes Barendrecht nu soms herkend wordt op straat. Samen met haar collega’s van Wijkz en de mensen uit Laak maakte ze zichtbaar wat er in een deel van de wijk achter de voordeur speelt: armoede, woningnood, stress en veel meer. “Een meneer uit een koopwoning sprak me laatst aan. Hij vertelde me dat hij niet wist dat dit in zijn wijk bestond”, zegt Agnes.
Financiële problemen zijn een groot thema bij veel bewoners, ziet ook collega van Wijkz Sylvia Tijssen. Ze ziet steeds meer ‘werkende armen’: mensen met een baan, maar die toch krap zitten. “Er is dan geen ruimte om een tegenvaller op te vangen.” Agnes vult aan: “Geldproblemen leiden weer tot andere issues, zoals stress, relatieproblemen, gezondheidsissues of irritatie richting kinderen. Er kunnen op heel veel levensgebieden problemen ontstaan. Soms duurt het jaren voor iemand hulp zoekt, uit schaamte. Schulden zijn dan vaak al hoog opgelopen.”
Brede samenwerking
Ook de woningnood zien ze als steeds nijpender issue in de stad. “Dat leidt tot schrijnende situaties”, vertelt Agnes. “Mensen betalen veel te veel voor particuliere huur. Maar als je bijvoorbeeld vlucht voor een gewelddadige echtgenoot, moet je iets.” Als sociaal werker kunnen zij dan niet altijd iets structureels betekenen. “Mensen hebben hoge verwachtingen, maar die kunnen we helaas niet altijd waarmaken. Daar zijn ook andere partijen voor nodig.”
Brede samenwerking is daarvoor belangrijk én biedt ruimte voor verbetering. Als voorbeeld noemen de twee de energietoeslagen vorige winter. “Het is heel mooi dat die hulp zo snel was opgetuigd,” stelt Sylvia. “Maar we hadden liever gezien dat het geld naar het energiebedrijf was gegaan, in plaats van direct naar de mensen.” Want het bedrag bewaren tot de rekening kwam, ging in praktijk vaak mis. Agnes: “Sommige mensen hadden zolang niks leuks met de kinderen kunnen doen, dat ze ervan naar een pretpark gingen. Niet handig, maar ik snap het. Je zet ook geen boodschappentas in de gang bij iemand met honger en zegt dan dat die persoon er niet aan mag komen.”
Toets in praktijk
Wat zou helpen om dit te voorkomen? “Betrek ons eerder en toets ideeën bij de praktijkmensen!”, klinkt het. De twee geven aan dat beleid hen soms overvalt, terwijl ze graag hadden meegedacht zodat het beter aansluit op de praktijk. “Er zijn mooie regelingen, die soms een ramp zijn om aan te vragen. Mensen haken dan af omdat de drempel te hoog is”, meent Agnes. Ook de afschaffing van de sociale wijkzorgteams, waarin verschillende partijen elkaar op regelmatige basis vonden voor afstemming, vinden de twee nog steeds erg zonde.
De uitnodiging aan beleidsmakers is duidelijk: “Loop gewoon eens met ons mee. Niet voor een kort bezoek met pers, maar om een paar dagen het écht werk te ervaren. En daarmee de tijd en aandacht voor de verhalen van de mensen waar het om gaat. We moeten het met elkaar doen.” En daarmee bedoelen ze iets anders dan ‘doorverwijzen’ of ‘overdragen’.
Buiten de boot
Agnes: “Voor mij betekent het echt gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen en met elkaar om tafel, op een gelijkwaardige manier. Wat is het probleem, hoe kunnen we dat met elkaar oplossen en wie doet wat? Bij welzijn kan iedereen terecht, maar veel organisaties hebben strakke criteria voor hun cliënten. Mensen passen lang niet altijd in die hokjes. Zo vallen ze buiten de boot en krijgen alleen maar minder vertrouwen in instanties en overheid.”
“Het gaat om het ‘hoe?’. Hoe geven we gezamenlijke inzet vorm, wie trekt de kar en hoe communiceren we met elkaar?”, stelt Agnes. Gelukkig kennen de twee ook goede voorbeelden. “Krachtige Basiszorg werkt heel goed bij de huisartsenpraktijken hier in Laak”, vertelt Sylva. “Die vaste overleggen tussen zorg en welzijn kunnen voorkomen dat situaties uit de hand lopen.” Ook kunnen in buurthuis de Wissel, waar ons gesprek plaatsvindt, mensen terecht bij Stichting MEE en Helpdesk Geldzaken.
Hart voor de zaak
Ondanks de uitdagingen waar Agnes en Sylvia mee te maken hebben, noemen ze hun vak nog steeds ‘prachtig’. “Het is mooi om te zien dat mensen uiteindelijk wél stappen durven zetten. En vaak meer kracht hebben dan in eerste instantie lijkt.” Agnes benadrukt dat ze dit gesprek vooral geen klaagzang wil laten lijken. “Zo is het echt niet bedoeld. Wel hebben we hart voor de zaak en zien we wat beter kan. Laten we daar met elkaar aan werken.”