actueel

JGZ over armoede: “Breed kijken, samen ondersteunen”

In Den Haag groeit ongeveer 1 op de 10 kinderen op in armoede. Professionals in de geboortezorg en jeugdgezondheidszorg spelen een belangrijke rol in het signaleren en aanpakken hiervan. In een tweegesprek delen jeugdarts Hanna Tubbing en jeugdverpleegkundige Emily Miesen hun ervaringen.

 

“Kinderen met kapotte kleren, of zonder warme muts op als het sneeuwt.” Jeugdverpleegkundige en adviseur bij de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Emily Miesen noemt wat voorbeelden van de vele verschijningsvormen van armoede. Met haar veertig jaar aan ervaring als jeugdverpleegkundige op zak heeft ze er heel wat gezien.

Jeugdarts en adviseur bij de JGZ Hanna Tubbing noemt een ander voorbeeld: “Waarom lukt het ouders niet om met hun kind met overgewicht aan een interventie deel te nemen? Misschien is er te weinig geld om überhaupt een tramkaartje te kopen. Of is er te veel financiële stress om hier ruimte voor te maken.”

Grote impact van armoede

Dat de impact van armoede op het welzijn van kinderen groot is, zien zij beiden. “Ouders kampen met stress door financiële problemen. Dat zorgt voor spanning bij kinderen, of soms zelfs schoolverzuim,” vertelt Hanna. “Soms zie je ook dat kinderen al jong taken overnemen in huis of een bijbaantje hebben om de boel draaiende te houden. Die verantwoordelijkheid hoort niet op de schouders van een kind te rusten.”

Beiden hebben gezien hoe de taken van de JGZ afgelopen jaren zijn verbreed. “We weten inmiddels dat armoede generaties lang kan doorwerken. Dat betekent dat we breder moeten kijken dan lengte en gewicht, en moeten samenwerken in een integrale aanpak”, stelt Emily. “Daarbij hebben ouders en kinderen de regie. Als we zien dat er eerst iets anders nodig is voor we kunnen werken aan bijvoorbeeld overgewicht, starten we daarmee.”

GIZ-methodiek

De JGZ werkt daarom met de GIZ (Gezamenlijk Inschatten Zorgbehoeften) - methodiek. Een praatplaat waarop verschillende factoren - vanuit ontwikkeling, opvoeding en de omgeving - zijn verbeeld, vormt de leidraad. Het thema ‘geld’ is een van de onderwerpen. “Deze afbeelding maakt in één oogopslag duidelijk dat al deze factoren van invloed zijn op het welzijn van kinderen,” licht Hanna toe. “Zo maken we onderwerpen beter bespreekbaar.”

Want een onderwerp als armoede ligt vaak gevoelig, bij zowel ouders als kinderen. “Dat vraagt van ons om het eerlijke gesprek aan te gaan als we signalen krijgen, op een niet veroordelende toon. Uit onderzoek is gebleken dat als ouders hun façade kunnen laten vallen, zij vaak opgelucht zijn”, vertelt Emily.

Aanbod

Bespreekbaar maken van armoede vraagt van professionals van de JGZ dat zij goed op de hoogte zijn van het aanbod op dit vlak. “We kunnen mensen naar bijvoorbeeld de Helpdesk Geldzaken toe leiden, veel ouders kennen dit niet”, vertelt Hanna. “Of naar stichting Leergeld, waar ondersteuning mogelijk is voor bijvoorbeeld een laptop voor school.”

Natuurlijk is ook samenwerking met ketenpartners, zoals scholen en huisartsen, belangrijk om mensen verder te helpen. “Scholen kennen een kind goed, we moeten elkaar daarom makkelijk en laagdrempelig weten te vinden.”

Samenwerking jeugdtandzorg

Vorig jaar ontstond naar aanleiding van signalen over gebrekkig tandartsbezoek een vruchtbare samenwerking tussen CJG, GGD Haaglanden en de jeugdtandzorg. Want bijna een kwart van de kinderen bleek niet naar de tandarts te gaan. “Weten ouders dat tandartsbezoek van kinderen wordt vergoed door de basisverzekering?”, vraagt Hanna zich af. “Niet naar de tandarts gaan kan dus samenhangen met armoede.”

In de huidige aanpak vraagt de jeugdverpleegkundige of de Jeugdtandzorg contact mag opnemen. Dit heeft geleid tot een flinke stijging van het tandartsbezoek.

Tijd

Wat is er volgens de twee nu nodig om nog beter op armoede in te spelen? “Er is erkenning nodig dat onderhouden van samenwerkingsverbanden tijd en ruimte kost. Die tijd moet je nemen, maar ook krijgen”, stelt Emily. “Dat is, zoals bij elke gezondheidsinstelling die kampt met hoge werkdruk, soms een puzzel.”

Hanna vult aan: “We hebben een mooie handreiking voor omgaan met armoede in de jeugdgezondheidszorg, maar zouden hier als medewerkers wellicht meer het gesprek met elkaar over aan moeten gaan. We kunnen leren van elkaars ervaringen. Want uiteindelijk gaat het natuurlijk om hoe we het in de JGZ en met ketenpartners samendoen in de praktijk.”

Top