Eerstelijnsprofessionals staan dicht op de patiënt. Precies dat is volgens sociaal casemanager Leander Heeg nodig om goed in beeld te krijgen wat er speelt bij mensen. “Achter een burn-out kan allerlei problematiek zitten, van huisvesting tot geldstress. Een eerstelijnsprofessional hoort dat uit eerste hand,” vertelt hij.
Maar de huisarts of fysiotherapeut kan niet altijd zelf iets doen aan de oorzaken van deze problemen. En samenwerking met andere partners in de wijk is bij sommige complexe problemen niet genoeg. Een sociaal casemanager kan dan verdere ondersteuning bieden.
Iedere professional kan een melding doen. Leander: “Als iemand vastzit in sociale problematiek, slaat een behandeling minder goed aan. Dat is zonde van ieders inspanning. Wij kunnen de professionals en patiënt helpen om richting een oplossing te bewegen.”
Creatieve oplossing
Dat begint met een gesprek tussen de sociaal casemanager en de persoon waar het om gaat. “Thuis, of in een park of bij ons op kantoor, wij zijn flexibel en kijken waar de persoon zelf zich prettig bij voelt,” vertelt Leander. “We proberen te achterhalen wat er achter de symptomen schuilt. Want misschien gaat iemand wel heel vaak naar de huisarts uit eenzaamheid.”
Als duidelijk is wat er speelt, gaat de casemanager samen met betrokken partijen op zoek naar een creatieve oplossing. “We hebben veel kennis van het aanbod en mogelijke oplossingen, en zijn heel vrij in hoe we een probleem aanvliegen. Dat is onze kracht,” licht Leander toe. “Vaak blijkt bijvoorbeeld dat mensen helemaal niet weten waar ze financieel recht op hebben. Daar aanspraak op maken, geeft al meer ademruimte.”
Geen toverstokje
De casemanagers koppelen wat ze horen, zien en doen altijd terug aan de melder en andere betrokken partijen. Er kan veel, maar – logischerwijs – niet alles. “Wij hebben natuurlijk geen toverstokje, en een cliënt moet natuurlijk zelf willen. Maar we kunnen wel helpen om overzicht te brengen en licht in de tunnel te brengen. Daarop kan de zorgverlener wellicht met meer resultaat verder.”
Kom je er nou echt niet uit, ook niet met hulp van een casemanager? Dan is er ook nog het Doorbraaklab. Idelet Heij, hoofd van het Haagse Doorbraaklab, licht toe: “Als je een oplossing zoekt die eigenlijk niet bestaat, dan kom je bij ons terecht.” Hoe die tot stand komt? “Veel creativiteit, buiten de gebaande paden denken, en soms door inzet van een budget.”
Gehoord en gezien
Een voorbeeld. Een jongere was eraan toe om vanuit gesloten jeugdzorg weer naar huis te gaan, maar komt dan terecht in een druk gezin in een klein huis. Dat kan een aanleiding zijn voor negatief gedrag. Verhuizen naar een groter huis was geen optie. Met hulp van het Doorbraklab is een unit in de tuin gemaakt waar de jongen kon gamen en zich terug kon trekken.
“Met deze oplossing voelden de jongen en zijn familie zich gehoord en gezien. De oplossing sloot aan bij wat voor hen nodig was. Maatschappelijk is de opbrengst dus duidelijk,” vertelt Idelet. “Maar ook financieel is dit goed te onderbouwen; zo’n unit in de tuin kost nog geen fractie van een jaar in Jeugdzorg. Zo komen we samen tot oplossingen die de situatie structureel verbeteren. Pleisters plakken doen we niet aan.”
Leander vult aan: “We laten ons niet zo snel wegsturen met ‘dat kan niet’.” Hij lacht: “Die opmerking maakt me juist extra vastbesloten om iets wél voor elkaar te krijgen. Gelukkig lukt dat meestal.”
Contact
Weet de casemanagers en het Doorbraklab dus te vinden. Contact opnemen met sociaal casemanagent kan via dit deze link. Het Doorbraklab is te bereiken via doorbraaklab@denhaag.nl Of lees meer over de Doorbraakmethode.